Nieuws

Rechtbank Amsterdam maakt korte metten met high-level verweren van de kartelleden in Trucks

12 mei 2021, geschatte leestijd 2 minuten

Vandaag, 12 mei, heeft de rechtbank een belangrijk vonnis gewezen in de kartelschadeprocedures met betrekking tot het Trucks kartel.

Bekende Europese truckfabrikanten maakten heimelijk afspraken over de prijzen van vrachtwagens, waarvoor de Europese Commissie hen miljarden euro's aan boetes heeft opgelegd. Het onderzoek van de Commissie toonde aan dat de truckfabrikanten een kartel hadden lopen dat was opgebouwd rond de coördinatie van prijzen. De inbreuk bestreek de hele EER en liep veertien jaar.

Als onderdeel van een schikkingsprocedure zijn de kartelleden (met uitzondering van Scania) akkoord gegaan met de conclusies van de Commissie. De rechtbank gaat er daarom aan voorbij dat ze de juistheid van de beschikking van de Commissie in twijfel willen trekken. Het gaat volgens de rechtbank niet aan om in de schikkingsprocedure bij de Commissie feiten te erkennen, om die vervolgens in deze procedures in twijfel te trekken.

De rechtbank verwerpt ook het verweer van de kartelleden dat de inbreuk in essentie alleen een uitwisseling van informatie betrof en dat van het maken van afspraken geen sprake zou zijn geweest. Er is volgens de rechtbank sprake geweest van onderlinge afstemming en er zijn ook gerichte afspraken gemaakt. De rechtbank volgt de kartelleden ook niet in hun verweer dat zij geen uitvoering hebben gegeven aan de gemaakte afspraken.

De kartelleden beweerden verder dat het kartel niet tot wat voor schade dan ook zou hebben geleid. Ze erkennen dat ze informatie hebben uitgewisseld, maar dat zou verder niet tot hogere prijzen hebben geleid.

De rechtbank is echter van oordeel dat de kartelleden geen overtuigend antwoord hebben gegeven op de vraag wat dan wel het doel zou zijn geweest van de informatie-uitwisseling. Volgens de rechtbank valt niet in te zien waarom een truckfabrikant uit pure interesse informatie over zijn toekomstig marktgedrag aan zijn concurrenten zou geven, als daar niet iets tegenover zou staan wat hem tot voordeel zou strekken. In dit geval: informatie over het toekomstig marktgedrag van zijn concurrenten. Dit met de bedoeling om het marktgedrag op elkaar af te stemmen. Dat de informatie-uitwisseling de kartelleden tot voordeel heeft gestrekt, ligt bovendien voor de hand. Het kartel heeft jarenlang gefunctioneerd en geen enkel lid heeft het kartel voortijdig verlaten.

Ook het verweer van de kartelleden dat door geen enkele afnemer van vrachtwagens schade is of kan zijn geleden zodat alle vorderingen in dit stadium van de procedure moeten worden afgewezen, gaat dus niet op volgens de rechtbank.